… stilte …
Meer dan dat is er het voorbije halfuur in mijn leven niet geweest. Stilte na de zuchtende woorden van Traudl Junge: “Jung sein ist keine Entschuldigung”…
Sinds mij deze zomer ter ore kwam dat Oliver Hierbschiegel een film ging maken over de laatste dagen van Adolf Hitler was ik meteen ‘enthousiast’. De man die er voor zorgde dat ik dagenlang slecht sliep met zijn doorbraakfilm “Das Experiment” kon geen slechte keus zijn om deze film te regisseren. Met hoge verwachtingen en een hoofd vol historische bagage (aangezien het nationaal-socialisme en andere extreem-rechtse ideologiëen mijn historisch specialisatiegebied zijn) trok ik dan ook naar één van de eerste reguliere vertoningen op het Vlaamse grondgebied. Voor de mensen die eraan zouden twijfelen, de film is compleet historisch correct. Hirbschiegel volgt dan ook perfect de werken van Kershaw en Fest. Het meest opmerkelijke is dan ook dat hier iedere vorm van “moralisering” ontbreekt. In de zuiverste Rankiaanse traditie brengt hij de geschiedenis wie es eigentlich gewesen ist. Net dat vind ik een grote kracht in de film. Alle andere films over Hitler of het Reich zijn zo moraliserend dat ik er het schijt van krijg. Een film over het grootste trauma van Duitsland verfilmd door een Duitser met (grotendeels) Duitse acteurs. Dit vergt in ieder geval veel moed en verdient een grote bewondering. En de film brengt niet enkel de laatste dagen van Hitler in beeld, het eigenlijk uitgangspunt is eigenlijk Traudl Junge. Maar ook de waanzin in de bredere context komt in deze film accuraat aan bod: de ‘sektarische’ aanbidding en verering van de Führer, het blinde geweld van Duitsers tegen Duitsers omwille van verraad, de papieren legers en nog het meest treffend de inzet van kinderen en ouderen in de SS en de Volkssturm. Dit alles maakt van de film al een goede film, maar er één gegeven dat de film boven het gewoon goede naar het fantastische niveau tilt en dat is zonder twijfel de acteerprestatie van Bruno Ganz.
Op voorhand had ik al de bemerking gemaakt dat deze film, net als alle films over Hitler staat of valt met de afschildering en het ‘spelen’ van Adolf. De eerste minuten van de film zijn daarin magistraal. Ze nemen ons even mee naar de Wolfsschanze waar Hitler een nieuwe persoonlijke secretaresse zal aanwerven. Samen met de 4 kandidate’s kijken we uit naar wie er door de deur zal komen. De kandidate’s verwachten een God, wij verwachten bijna als natuurlijke reflex een personificatie van het Kwade. De spanning in de zaal was toen echt te snijden in plakjes van een milimeter. En je weet niet wat je overkomt (ik toch niet) als je daar een gewoon mens uit de deur ziet komen. Een niet al te groot manneke, zelfs ne beetje grappig en heel vriendelijk. Het ultieme contrast met hoe we hem in ons hoofd meestal voorstellen. Zeker als je als historicus 3 jaar met deze man in contact kwam door honderden boeken en kranten. Ik kan nu begrijpen dat voor veel mensen dit veeleer een schok was en zo wat deining en controverse veroorzaakt. Maar face it, zo was Adolf Hitler … een man die zijn vrouw kon kussen, zijn hond liefhad, vegetariër was, tekenen had van Parkinson, met geluk en verdriet (vooral het moment dat zijn Speer afscheid van hem neemt en er een traan over Hitler’s wang loopt is zeer treffend) … tegelijk de man met de waanzin om in zijn eigen zinloze bevelen over papieren legers te geloven, nog een historische slag die aan alle tegenstand een einde zal maken, de opbouw van een Duizendjarig Rijk die het hoogtepunt van de arische cultuur zou vormen, generaals verweet voor verraders omdat ze hem de waarheid niet vertelden en lafaards omdat ze zijn irreële bevelen niet wilden/konden uitvoeren. En dat terwijl hij diep vanbinnen besefte dat het over was. Dit heb ik nog nooit zo treffend geacteerd gezien door iemand als Bruno Ganz. Daar kunnen de zielige Hitlervertolkingen van Robert Carlyle, Anthony Hopkins en Alec Guinness niet tegen op. Mijn diepste respect voor Bruno Ganz …
Over de andere acteurs kan ik vrij kort zijn. Allemaal goed geacteerd. Traudl Junge, Eva Braun, Frau Goebbels, Schenck, Mohnke, Hewel en zeker Günsche, allemaal zeer treffend. Ik was wel wat ontgoocheld in de uitbeeldingen van Himmler (komt er slechts amper in voor en komt voor de onwetenden vooral over als iemand die erg westersgezind was … opportunist was hij natuurlijk wel), Goering (een vetzak die niets zei, het lichaamsvolume klopt evenwel) en vooral Goebbels. De Goebbels die op het witte scherm kwam, komt weinig overeen met het beeld dat ik van hem had … een beeld dat redelijk historisch correct is me dunkt. De acteerprestatie is matig en weinig overtuigend. Goebbels toont zich hier geenzins als de geniale redenaar en meester-propagandicus (die hij zeker was), maar eerder als een onzekere slungel. Door zijn grote toewijding was Hitler wel alles voor Goebbels en met het nakende einde verloor hij misschien wel enige moed, … maar nee ontevreden over die acteerprestatie. Wie dan wel weer schitterend in beeld wordt gebracht is Albert Speer. In De Standaard schreef men vandaag dat hij overkomt als een sympathieke man … wel voor mij is hij altijd een nazikopstuk geweest waar ik het minste antipathie tegenover had. In mijn ogen is hij altijd de architect-cultuurmens geweest die samen met Hitler droomde van monumentale bouwwerken en hoogstaande cultuur. Soit, natuurlijk geen reden om hem sympathiek te vinden, want hij stond wel aan het hoofd van de indrukwekkende oorlogseconomie en wapenlogistiek…
Conclusie: Der Untergang is geen film voor leeghoofden die hun kop volstoppen met popcorn en brainless movies (zoals het groepje pubers dat er voor de film een sport van maakte om met de rechterarm te zwaaien en heil hitler te roepen). Het is ook geen film die je een oordeel op een dienblad aanreikt. Nee, Hirbschiegel geeft u het verhaal hoe het gegaan is, het waardeoordeel laat hij aan de kijker over … en dat is wat ik in die film wilde zien. De grauwe harde waarheid met zijn verrassende kanten die u bij de keel grijpt en uren later nog niet loslaat. De film an sich zou ik 7/10 geven, maar de acteerprestatie van Ganz tilt deze film tot een zeer mooie 8,5/10.
PS: Ik heb geen demonstrerende en strooibriefjes uitdelende oudstrijders gezien zoals de Metro deze morgen aankondigde.
Een bijzonder goede analyse waarmee ik volledig instem. Der Untergang is allsbehalve een Hitlerverheerlijking en de film wordt echt gedragen door de acteurs, op de door jouw terecht aangehaalde uitzonderingen op na. Ook op gelet dat General der Infanterie Wilhelm Burgdorf werd gespeeld door Justus von Dohnanyi die ook de bijzonder sadistische cipier in Das Experiment speelde?
Wel Siegfried, ik had op voorhand gelezen dat er iemand meespeelde in Der Untergang die ook al in Das Experiment met Hierbschiegel had samengewerkt. Toen ik de film zag, vond ik al dat Burgdorf mij aan iemand deed denken en nu blijkt het inderdaad Berus te zijn …
Gisteren Der Untergang voor de derde maal gaan bekijken. En er is mij iets opgevallen waar ik voordien niet op lette gezien ik de ondertiteling niet echt van doen heb, maar de Nederlandse ondertiteling van deze Duitse film is dus echt barslecht! Zo wordt bijvoorbeeld “Das Wort genommen” boutweg vertaald als ‘bevolen’.
Nederlandse of ondertiteling in het algemeen is meestal barslecht … Ondertitels lezen neemt meestal ook een groot stuk van de filmervaring weg. Daarom lees ik nooit ondertitels maar kijk ik naar de beelden en luister naar de muziek en de woorden. Frans, Duits en Engels begrijp ik allemaal meer dan voldoende om de films te volgen. Bij Spaanse (Almodovar), Italiaanse (Meglio Gioventu) en Chinese (House of Flying Daggers) films moet ik natuurlijk wel de ondertitels lezen en mis ik wel een groot deel van de filmische ervaring. Och dat lossen we dan op door de dvd te kopen of de film nog een paar keer te gaan zien.