Het was een vruchtbare tv-avond … toch in de zin van het nadenken en inspiratie voor een postje.
We beginnen bij het einde. Het Canvas-programma Nachtwacht zal bij iedereen wel bekend zijn denk ik. Wel deze avond bespraken Johan Braeckmann, een Nederlandse theoloog wiens naam ik vergat en Gerard Bodifee de ‘genetische revolutie’. Met andere woorden het gebruik van de genetische wetenschap in de geneeskunde of breder genomen de maatschappij. Vraag het mij op de man af en ik zal volmondig bevestigen dat ik voorstander ben van genetica. Tot ik iets verder begin na te denken … Voor veel mensen is het voornaamste bezwaar dat in de genetica embryonale of zelfs foetale stamcellen gebruikt worden. Dat is het minste van mijn bezwaar (en kadert meer in de discussie vanaf wanneer beschouwen we iemand als mens). Waar men de cellen haalt, is natuurlijk belangrijk om te weten, maar aangezien ik geen tegenstander ben van abortus, zie ik er geen graten in voor zover dit ethisch binnen de perken blijft. Het gaat er mij hier en nu voornamelijk over waar dit allemaal toe leidt. Genetica stopt niet bij het genezen van ziekte’s als malaria, parkinson, etc. Neen, zoals in de discussie al snel bleek, is de genetica een stap naar de “ideale samenleving”, de perfectie (eugenetica zal ik hier niet in mond nemen omwille van een zekere connotatie). En daar gaat het mij te ver. Ik ben voorstander van de wetenschappelijke vooruitgang voor zover ze onze levensstandaard verbeterd, maar niet van zodra ze in ons ‘zijn’ en in onze keuzevrijheid ingrijpt. Laat mij dat even verduidelijken. Mijn overtuiging is dat een mens wordt wie hij/zij is door zijn imperfecties. Onvolmaaktheden, fouten kneden de mens. Overigens leidt perfectie tot uniformiteit en dat kan ik nu weer eens missen als kiespijn (zou dat ook genetisch aanpasbaar zijn). Perfectie, uniformiteit, … staat haaks op het uniek zijn, en maakt ons dat niet net tot mens: het anders-zijn. Het is allemaal wat moeilijk dat in een blogpost uit te leggen. Maar ik hoop dat je mij wat kunt volgen. Om het kort samen te vatten: genetica is goed om mensen te genezen van ziektes, maar het mag het ‘wonder’ niet uit het leven halen. Een pasgeboren kind moet een mirakel, een verrassing blijven en geen samenstelling van een verlanglijstje van ouders gevoelig aan mode-trends (oooh the horror).
Wetenschap is bij voorkeur empirisch en gebouwd op fundamenten van rationaliteit. Toch levert de wetenschap vaak het bewijs dat niet alles rationeel te vatten is. Het heeft er niet direct iets mee te maken, maar een bepaalde scene uit Silent Witness zette mij aan het denken. Daarin trok een professor, naar mijn inzicht, de rationaliteit van de hoogste wetenschap, de wiskunde, in vraag. “Wat is 2+2” is een veel gebruikte evidentie, toch trok Radiohead (ja, zij weer ;)) ze ook al in twijfel. 2+2 zou dus 4 moeten zijn. En dat is het voor mij en de persoon uit de tv-serie ook. Maar als 2+2 gelijk is aan 4, dan zou men kunnen stellen dat 4 ook gelijk is aan 2+2 … Tuurlijk zul je zeggen, mhhhh niet echt 4 = oneindig, want naast 2+2 ook 1+3, 6-2, 12:3, 100:25, … 4 is dus ook gelijk aan oneindig. Dus trok ik de conclusie dat 2+2=oneindig. Een wiskundige gaat mij hier waarschijnlijk zo onderuit halen, maar daar maal ik niet om. Mij ging het om de volgende idee, dat niet altijd alles even evident is en dus niet altijd even rationeel. Een vreemde gedachtesprong misschien, maar dat heb ik wel meer. Het wekte bij mij opnieuw een eeuwige zijns-vraag: ben ik eerder rationeel of eerder irrationeel? Ben ik een mens die in de eerste plaats uitgaat van zijn verstand of eerder vertrekt vanuit zijn hart? Telt de rede of de emotie in mijn handelen? Het is een zijns-vraag die mij nu exact een jaar geleden tot verscheurdheid en lichtelijke waanzinnigheid dreef. 90% van mijn leven ben ik ervan overtuigd geweest dat alles wat ik dacht en deed rationeel gefundeerd was. Alles was zeker, duidelijk, een bijna wetenschappelijke evidentie … Met het ontdekken van de liefde een 10-tal % geleden sloeg de slinger in de andere richting en ging bij mij het gevoel, het irrationele primeren. Het werd mij duidelijk dat mijn rationaliteit een kasteelmuur was om mij te beschermen, af te schermen. In het voorbije jaar slingerde ik tussen het irrationele en het rationele, en soms wist ik het gewoon niet meer … verwarring troef dus … en mijn excuses als ik in mijn schrijven gewoonweg niet te volgen ben.
Slaapwel
Volgens mijn overtuiging probeer ik zoveel mogelijk een symbiose te vinden tussen de rede en het hart. Logica brengt je van A naar B, verbeelding naar overal. Het een kan gewoon niet zonder het ander. Niettemin stel ik wel de ratio voor op het hart.
Leven doe ik met de voeten op de grond, de liefde in het hart en het hoofd naar de sterren.
Uw laatste zin las ik onlangs nog op uw website en het heeft mij enigzins wel gegrepen. Het is een zeer mooie levenswijze als je het mij vraagt, maar een levenswijze komt voort uit een levenservaring en zelfs al zou ik uw visie willen volgen, ik zou er de grootste moeite mee hebben.