Zo herondekte ik twee weken geleden een oude LP van Iron Maiden in de platenkast van mijn grootmoeder. Neenee, je moet u geen rockende oma voorstellen, de plaat is waarschijnlijk nog een overblijfsel van mijn tante haar pubercollectie. Ik herinner mij nog dat ik die voor het eerst, bij diezelfde grootmoeder, ontdekte op mijn 14e: Iron Maiden, Adam & The Ants, …. maar van zodra mijn moeder dat in de gaten kreeg, werd heel die hoop zwarte schijven in de ban geslagen. Tot ik ze nu, tien jaar later, terug van onder het stof wist te vissen. Ondertussen had ik wel een hele muzikale ontwikkeling doorgemaakt. Toen in 1995 vond ik die LP van IM (voor de kenners: het was “Killers”, het tweede album) vooral handig als puberaal statement (vooral met zo’n Eddy-hoes). Ik had er amper naar geluisterd, want toen was vooral klassieke muziek mijn ding (wat echter niet meteen een revolte tegen het ouderlijk gezag kon zijn), en vond het maar wat geschreeuw… Nu in 2005, ben ik al een jaar of 3 betrekkelijk fan van Maiden. Ontdekt door het minder bekende nummer “Where eagles dare”, gevolgd door het nieuwere album “Brave New World” en dan terug naar de klassiekers “Run to the hills”, “Number of the Beast”, “Aces High”, “Fear of the Dark”, … en hopeloos verliefd op Murray&Harris’ epische riff’s. Eigenlijk is dit een relatief onbekend album, omdat er hier nooit echt een ‘hit’ uit gepuurd is. En dit is onterecht m.i., want nummers als “Purgatory” en “Drifter” zijn veel krachtiger dan het recentere werk en sommige klassiekers (Run to the hills bvb). Eindelijk begrijp ik de die-hard IM-fan die zegt dat Dickinson nooit de klasse van Di’anno heeft gehaald. Maar los van de muziek is het eigenlijk ook een vrij symbolisch album. Gemaakt in mijn geboortejaar en nu al tweemaal gevonden in keerpuntperiode’s … mhhh interessant.